Alles komt nu samen. De kinderen moeten schoon kunnen programmeren in blokjesprogrammeertalen zoals Scratch. De nadruk ligt op het toepassen van de programma's in werkelijke situaties: Maak een game voor opa en oma. Kinderen leren ook over dataopslag, versleutelde berichten etc.

1. Schoon programmeren.
2. Kennismaken met netwerken, security, computerprotocollen
3. Toepassen van alle vaardigheden in een blokjesprogrammeertaal
4. Aansturen van robots etc om opdrachten uit te voeren
5. Toepassen van geleerde in  concrete toepassingen met minicomputers zoals Micro:bit en Arduino

Er worden variabelen toegevoegd aan de programma's Ook leren de kinderen steeds meer om "schoon' te programmeren.

1. Zelf complexere opdrachten verzinnen en opzetten met symbolen
2. Herhalingen gebruiken in opdrachten
3. Variabelen leren gebruiken
4. Gebruik van lijsten als dataopslag
5. Abstracties
6. Functies
7. Toepassen van vaardigheden
8. Toepassen van vaardigheden in een blokjes programmeertaal (code.org, scratch)
9. Fouten herkennen in blokjes programmeertaal
10. < en > gebruiken
11. Coördinaten op een x-as en y-as
12. Meervoudige voorwaarden
13. Werken met signaal
14. als oplossing voor een probleem